3 x is scheepsrecht?
Door: Dewi
Blijf op de hoogte en volg Dewi
04 April 2007 | Mozambique, Maputo
Als opgeschoten wild, geen tijd om bij te komen want het volgende gevaar ligt op de loer…
Zo voelde ik me afgelopen week. Waarom?
Het begon maandagavond toen ik thuis kwam van een focus groep (een avond kletsen met volunteers over ervaringen en daarna eten en drinken). Bij binnenkomen in m’n appartement kom ik wederom meerdere kakkerlakken tegen. Ik heb ’t er zo mee gehad en bedenk dat ik de volgende dag naar het VSO kantoor zou ga om hier gezamenlijk een oplossing voor te zoeken. Midden in de nacht. Ik voel wat over m’n arm lopen. Verschrikt kijk ik naar rechts en zie wat zwarts onder m’n kussen wegrennen. Yakkes! Hoe kan ik het beter zeggen dan “I was freaking out!” en heb om 3 uur ‘snachts een sms weggestuurd naar een VSO medewerker. De rest van de nacht bijna geen oog meer dichtgedaan.
Enfin, het werd uiteraard vanzelf weer licht en rond 7 uur stond ik op om me klaar te maken voor mijn Portugese les. Ik had mijn witte was de avond ervoor op mijn achterbalkon opgehangen en deed de keukendeur open om te gaan checken of deze inmiddels droog was geworden. Schrik nummer 2: “Waar is mijn was?”. Schrik nummer 3: “De balkondeur is open en over de deur hangt een of ander shirt niet van mij, er heeft iemand ingebroken! Maar hoe kan dit? Het hoofdhek heeft nog steeds 2 gesloten padlocks!”. Dit voelt écht niet fijn, en ik besluit dat nu het moment is om het VSO emergency nummer te gebruiken. Helaas neemt niemand deze op, mijn programme officer is ook niet bereikbaar maar gelukkig mijn derde poging het thuisnummer van de country director wordt opgenomen. Drie kwartier later staat deze samen met een van zijn medewerkers voor de deur. We inspecteren samen de situatie. Het is bijna mysterieus, er zijn geen sporen van inbraak. De tranen staan mij in de ogen, want de country director vraagt mij of ik wel zeker weet dat ik kleding niet naar binnen heb gehaald en of ik er zeker van ben dat ik de deur op slot heb gedaan. Alsof ik dit voor de lol verzin! De enige conclusie die we kunnen trekken, is dat de dief via de tralies naar mijn balkon is geklommen -met gevaar voor leven, op 4 hoog- en de kleding van de waslijn heeft gevist. De deur blijft een mysterie en ik ben 2 witte bh’s, 2 witte onderbroeken, 3 hemdjes en een short armer, het zij zo. Dinsdagavond ben ik nog wat schrikkerig wanneer ik gerammel aan een hek hoor, maar ik val toch redelijk goed in slaap.
Woensdag begint de dag met wat maagkrampen tijdens de Portugese les. Deze worden in de loop van de dag erger, en ik krijg er zware hoofdpijn, spierpijn in m’n rug en nek, misselijkheid bij. Als ik rond twee uur ‘smiddags in het internetcafé voel dat ik bijna tegen de vlakte ga lijkt het me goed om een dokter op te zoeken in Clinica Sommerschield (dit is de kliniek voor alle VSO volunteers en medewerkers). Taxi Adolfo zet me daar af en de volgende 3,5 uur ben ik daar onder de pannen. Een mozambicaanse dokter stelt me allerlei vragen, en laat wat van mijn bloed testen. Om half 6 ‘savonds weet ik dat ik geen malaria heb, geen voedselvergiftiging, maar een acute bacteriële infectie. In z’n uitleg hoe hij tot deze conclusie is gekomen maakt de dokter gebruik van metaforen, de witte bloedcellen etc vergelijkt hij met de politie en een ongeluk, het leger en een rebellenopstand. Mijn complimenten voor zijn geduld en eenvoud in uitleg. Nu achteraf denk ik dat de salade van de focus groep van maandagavond (gemaakt door de embrigada, de werkster) de boosdoener is geweest. Antibiotica, 5 dagen Ciploxx 500 en zorg van een paar volunteers (zonder Nirakar, Sharon, Jeanette en Ruth zou ik me nog veel ellendiger gevoeld hebben) die me eten, drinken en dekens brengen hebben me weer helemaal hersteld.
Wanneer ik zaterdag het ergste achter de rug heb, buiten loop en om me heen kijk geniet ik van het geluid van de honderden auto’s die langs me rijden, het voor mij nog steeds onverstaanbare Portugese geklets van de grotendeels zwarte mensen op straat, de zon die schijnt, de bomen waar ik zoveel mogelijk onder loop omdat ze me schaduw geven en glimlach ik zelfs omdat de zeer penetrante lucht van vuilnis-op-en-langs-de-straten me, hoewel nog steeds verschrikkelijk, toch een soort van vertrouwd gevoel geeft. Na drie weken met pijn en moeite wennen aan deze nieuwe omgeving hoop ik dat ik het ergste achter de rug heb.
Inmiddels heeft de kakkerlakkenbestrijder, Alfredo Junior mijn appartement met biologische stoffen onder handen genomen, is Mister Samuel de klusjesman aan de slag gegaan met ramen die niet open of dicht gingen en gaat hij een bank met kussens op mijn balkon maken. En eindelijk voel ik de rust om mijn koffer met herinneringen aan familie en vrienden in Nederland uit te pakken. De foto’s en verjaardagskalender van mijn zusjes, papa’s bijbeltje, de kullukes kusjes van Wyp en Jits voor alle bijzondere momenten die ik hier meemaak waar ze niet bij kunnen zijn, een foto van Thea, het persoonlijk boekwerk met muziek speciaal voor mij uitgezocht van mijn ABNAMRO collega’s, Riëlle’s boeddha, het mooie leren schrijf/tekenboekje van Patricia, de ipod met muziek van Martin, echt allemaal zo héérlijk om te zien, voelen, lezen en horen! Helaas moesten een paar dingen tijdelijk achterblijven, Nynke’s raamgedicht, Karen’s boek over vrouwen alleen op avontuur, de dagboeken van Joanne, Ngoc en mijn hockeyteam, de zak van Heidi met 10 verschillende soorten drop. In juni neem ik ze mee naar Maputo, iets om naar uit te kijken terwijl ik in de tussentijd hier meer dan voldoende meemaak voor nieuwe herinneringen! Al moet ik toegeven dat ik jullie af en toe wel mis...
Vandaag start ik bij mijn nieuwe werkgever. Een heel nieuw hoofdstuk weet ik nu al, op deze eerste ochtend.
Zo voelde ik me afgelopen week. Waarom?
Het begon maandagavond toen ik thuis kwam van een focus groep (een avond kletsen met volunteers over ervaringen en daarna eten en drinken). Bij binnenkomen in m’n appartement kom ik wederom meerdere kakkerlakken tegen. Ik heb ’t er zo mee gehad en bedenk dat ik de volgende dag naar het VSO kantoor zou ga om hier gezamenlijk een oplossing voor te zoeken. Midden in de nacht. Ik voel wat over m’n arm lopen. Verschrikt kijk ik naar rechts en zie wat zwarts onder m’n kussen wegrennen. Yakkes! Hoe kan ik het beter zeggen dan “I was freaking out!” en heb om 3 uur ‘snachts een sms weggestuurd naar een VSO medewerker. De rest van de nacht bijna geen oog meer dichtgedaan.
Enfin, het werd uiteraard vanzelf weer licht en rond 7 uur stond ik op om me klaar te maken voor mijn Portugese les. Ik had mijn witte was de avond ervoor op mijn achterbalkon opgehangen en deed de keukendeur open om te gaan checken of deze inmiddels droog was geworden. Schrik nummer 2: “Waar is mijn was?”. Schrik nummer 3: “De balkondeur is open en over de deur hangt een of ander shirt niet van mij, er heeft iemand ingebroken! Maar hoe kan dit? Het hoofdhek heeft nog steeds 2 gesloten padlocks!”. Dit voelt écht niet fijn, en ik besluit dat nu het moment is om het VSO emergency nummer te gebruiken. Helaas neemt niemand deze op, mijn programme officer is ook niet bereikbaar maar gelukkig mijn derde poging het thuisnummer van de country director wordt opgenomen. Drie kwartier later staat deze samen met een van zijn medewerkers voor de deur. We inspecteren samen de situatie. Het is bijna mysterieus, er zijn geen sporen van inbraak. De tranen staan mij in de ogen, want de country director vraagt mij of ik wel zeker weet dat ik kleding niet naar binnen heb gehaald en of ik er zeker van ben dat ik de deur op slot heb gedaan. Alsof ik dit voor de lol verzin! De enige conclusie die we kunnen trekken, is dat de dief via de tralies naar mijn balkon is geklommen -met gevaar voor leven, op 4 hoog- en de kleding van de waslijn heeft gevist. De deur blijft een mysterie en ik ben 2 witte bh’s, 2 witte onderbroeken, 3 hemdjes en een short armer, het zij zo. Dinsdagavond ben ik nog wat schrikkerig wanneer ik gerammel aan een hek hoor, maar ik val toch redelijk goed in slaap.
Woensdag begint de dag met wat maagkrampen tijdens de Portugese les. Deze worden in de loop van de dag erger, en ik krijg er zware hoofdpijn, spierpijn in m’n rug en nek, misselijkheid bij. Als ik rond twee uur ‘smiddags in het internetcafé voel dat ik bijna tegen de vlakte ga lijkt het me goed om een dokter op te zoeken in Clinica Sommerschield (dit is de kliniek voor alle VSO volunteers en medewerkers). Taxi Adolfo zet me daar af en de volgende 3,5 uur ben ik daar onder de pannen. Een mozambicaanse dokter stelt me allerlei vragen, en laat wat van mijn bloed testen. Om half 6 ‘savonds weet ik dat ik geen malaria heb, geen voedselvergiftiging, maar een acute bacteriële infectie. In z’n uitleg hoe hij tot deze conclusie is gekomen maakt de dokter gebruik van metaforen, de witte bloedcellen etc vergelijkt hij met de politie en een ongeluk, het leger en een rebellenopstand. Mijn complimenten voor zijn geduld en eenvoud in uitleg. Nu achteraf denk ik dat de salade van de focus groep van maandagavond (gemaakt door de embrigada, de werkster) de boosdoener is geweest. Antibiotica, 5 dagen Ciploxx 500 en zorg van een paar volunteers (zonder Nirakar, Sharon, Jeanette en Ruth zou ik me nog veel ellendiger gevoeld hebben) die me eten, drinken en dekens brengen hebben me weer helemaal hersteld.
Wanneer ik zaterdag het ergste achter de rug heb, buiten loop en om me heen kijk geniet ik van het geluid van de honderden auto’s die langs me rijden, het voor mij nog steeds onverstaanbare Portugese geklets van de grotendeels zwarte mensen op straat, de zon die schijnt, de bomen waar ik zoveel mogelijk onder loop omdat ze me schaduw geven en glimlach ik zelfs omdat de zeer penetrante lucht van vuilnis-op-en-langs-de-straten me, hoewel nog steeds verschrikkelijk, toch een soort van vertrouwd gevoel geeft. Na drie weken met pijn en moeite wennen aan deze nieuwe omgeving hoop ik dat ik het ergste achter de rug heb.
Inmiddels heeft de kakkerlakkenbestrijder, Alfredo Junior mijn appartement met biologische stoffen onder handen genomen, is Mister Samuel de klusjesman aan de slag gegaan met ramen die niet open of dicht gingen en gaat hij een bank met kussens op mijn balkon maken. En eindelijk voel ik de rust om mijn koffer met herinneringen aan familie en vrienden in Nederland uit te pakken. De foto’s en verjaardagskalender van mijn zusjes, papa’s bijbeltje, de kullukes kusjes van Wyp en Jits voor alle bijzondere momenten die ik hier meemaak waar ze niet bij kunnen zijn, een foto van Thea, het persoonlijk boekwerk met muziek speciaal voor mij uitgezocht van mijn ABNAMRO collega’s, Riëlle’s boeddha, het mooie leren schrijf/tekenboekje van Patricia, de ipod met muziek van Martin, echt allemaal zo héérlijk om te zien, voelen, lezen en horen! Helaas moesten een paar dingen tijdelijk achterblijven, Nynke’s raamgedicht, Karen’s boek over vrouwen alleen op avontuur, de dagboeken van Joanne, Ngoc en mijn hockeyteam, de zak van Heidi met 10 verschillende soorten drop. In juni neem ik ze mee naar Maputo, iets om naar uit te kijken terwijl ik in de tussentijd hier meer dan voldoende meemaak voor nieuwe herinneringen! Al moet ik toegeven dat ik jullie af en toe wel mis...
Vandaag start ik bij mijn nieuwe werkgever. Een heel nieuw hoofdstuk weet ik nu al, op deze eerste ochtend.
-
04 April 2007 - 12:06
Totalgirl:
Hey Meis,
Pffff wat een verhaal weer, maar we hebben 1 ding gemeen!! Moi lig ook weer plat met de griep en ook met antibiotica. Ik hoop dat jouw kuurtje iets harder gaat werken dan de mijne want bij mij schiet het niet op helaas.
Ik mail en sms je snel en voor nu let goed op jezelf.
Liefs Heidi -
04 April 2007 - 13:50
Angelien:
Ik hoor het wel weer sis, allemaal niet toppie tot nu toe, maar laat je niet kisten, we denken allemaal hier aan je...!! het is wel een eind weg, maar het is wel zo. We Love You XXX -
04 April 2007 - 14:28
Krijn Helderman:
Hi Dewi,
Zo af en toe check ik jouw site en zit altijd met een glimlach jouw verhalen te lezen. Wat schrijf jij leuk!
Je weet het: als je één kakkerlak ziet, zit z'n hele familie van een paar 100 stuks achter de kast. Houd dat goed in de gaten! Heb zelf op Curacao gewoond en daar zaten ook hele volksstammen.
Eind april gaan we voor het eerst repeteren met de nieuwe ABNAMRO-huisband.
Wordt vast een prima band en eind van het jaar gaan we dan live bij een feest van services (2000-3000 man?)
Tegen die tijd heten we de BARCLAIS Band!
Hang in there!
Groetjes,
Krijn
-
05 April 2007 - 05:52
Paul P:
Dewi,
Wat een belevenis. Hopelijk heb je nu het ergste gehad en gaat het vanaf nu zonder al te veel hobbels. Oppassen met wat je eet, maar dat weet je nu wel.
Ik ben benieuwd naar je ervaringen bij je nieuwe werkgever. -
06 April 2007 - 07:21
Mams:
oef dat is me het verhaal wel weer naar zo een verhaal missen we je ook wel weer ben blij dat je weer lekker opgeknapt bent en weer met goede moed verder gaat we denken elke dag aan je en gaan wat proberen om op te sturen het is zo juni dus dan zien we je weer liefs ma -
06 April 2007 - 09:08
Joanne:
Meis, hou je taai he, die kakkerlakken krijgen jou er niet onder! Sorry dat ik had gezegd dat ze niet op stof lopen, die in Mozambique blijkbaar wel....
Succes met je werk en tot snel!
Liefs,
Joanne -
08 April 2007 - 19:55
Riëlle:
Hi,
Wat een verhaal zeg! En ik dacht dat ik een zware week had gehad met de geboorte en ook dood van het babyolifantje..... Enige tip die ik nog heb voor de kakkerlakken is dat ze niet zo houden van licht (maar ja, of je zelf nou zo lekker zal slapen met het licht aan is ook maar weer de vraag...;-)
Take care en goed om te horen dat het al iets vertrouwder voelt.
Ciao! -
09 April 2007 - 09:27
Claudia:
Ik hoop met je mee dat je het ergste gehad hebt. Jeetje, je moet wel wat doorstaan zeg! Maar vanaf nu alles beter. Komt helemaal goed!!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley